Drie beelden blijven hangen van de bosbranden in Griekenland. De schreeuw van een oude vrouw op Evia, de inwoners van Limni die hun dorp met een ferry evacueren en van op de boot naar de vlammen boven hun dorp kijken en tenslotte de dringende overheids-sms die we zelf kregen – ver weg van de vlammen – om vooral geen vuur te maken in bosgebied.
De beelden mengen zich met nieuwe feiten, weetjes, de actualiteit. Met de Waalse en Duitse overstromingsravage, de klimaattop in Glasgow, het gekibbel van de Vlaamse regering. Of dat Griekenland zijn hittegolven namen gaat geven net als de orkanen in de VS, maar met een mythologische of historische achtergrond. (In Italië doen ze dit al even. De hittegolf van 2017 heette Lucifer.) Of Alexander De Croo die zegt dat de overstromingsslachtoffers de eerste Belgische klimaatslachtoffers zijn, terwijl in Griekenland imkers zich de eerste Europese klimaatvluchtelingen noemen omdat ze moeten verhuizen uit gebied waar geen voedsel meer is voor de bijen. Of Yanis Varoufakis die in The Guardian aangeeft dat de heersende ideologie de branden aanwakkert. Een toxische mix tussen besparingen, winstbejag en ‘verder doen zoals we bezig zijn’. Zoals overal clashen ook in Griekenland economie, politiek en klimaat met elkaar.
Het zal een cocktail zijn die we allemaal kennen. Een mix van bezorgdheid, onvermogen en kleine persoonlijke inspanningen. We leggen zonnepanelen, volgen het nieuws, duimen voor de jongeren, vloeken op de politiek. In het volle besef dat we zelf te klein zijn voor die systeemverandering. In het volle besef dat ‘het systeem’ ook ons voordelen biedt. We voelen ons betrokken én toeschouwer, in een vak waar alles stil lijkt te staan.
Tegelijk sprokkelen we signalen van hoop. We zien oude systemen langzaamaan afbrokkelen. We zien macht en economie die het moeilijker krijgen wangedrag te verantwoorden. We zien een uitfaseren van steenkool. We zien nieuwe beloftes na elke volgende ramp.
Op de cover van het Nederlands-Griekse tijdschrift Lychnari staat een beeld dat deze hoop uitstekend vat. Uit de verbrandde grond in Griekenland duiken opnieuw bloemen op. De knollen van deze cyclamen zitten diep onder de grond en overleven de hitte van een bosbrand. Het is nu dat ze massaal bloeien. Bovenop de verschroeide aarde.
Het heeft wel wat, die vergelijking tussen verschrikkelijke ravage en opduikende schoonheid. Als we de knol diep genoeg steken, komt er een bloem uit. Is dat wat we zien gebeuren? Door de alsmaar dichterbij kruipende gevolgen snijdt ook bij ons de klimaatverandering dieper. De gevolgen worden buren, de beelden komen dichterbij. Van oude vrouwen die het uitschreeuwen. Kustplaatsen die inschepen. Huizen die verzakken.
De beelden en verhalen – hoe dichterbij hoe beter - vergroten de druk op politiek, maatschappij en economie. De knol gaat dieper. De kans op bloemen groter. Niet alleen door feiten en wetenschap, hoe hard we dat ook zouden willen. Maar door gebeurtenissen, hoe die binnenkomen en hoe we dat vervolgens aan elkaar vertellen.
Comments