We zijn deze week in Athene in de ban geraakt van een 17-jarige. De knaap in kwestie heet Otto en is al enige tijd overleden, maar overal in Athene vind je nog resten van zijn passage. Otto, die zijn naam zou vergrieksen in Othon, was namelijk de allereerste koning van Athene en werd op 17-jarige leeftijd het land ingevaren door het Brits schip de HSM Madagascar. Van toenmalige hoofdstad Nafplio reist hij verder naar Athene, alwaar hij op 1 december 1834 officieel ontvangen wordt in een ‘stad’ van toen nog iets meer dan 4.000 inwoners. Het kruispunt van beide straten waar dat gebeurde is er nog steeds. Vandaag staan er huizen, toen was er enkel een tempel.
Met zijn 17 jaar zou Otto behoorlijk straffe dingen uithalen in de dertig jaar dat hij koning is van dit ‘nieuwe’ land. Hij beslist dat niet Nafplio maar Athene de hoofdstad van zijn koninkrijk zal worden, laat een paleis, universiteit, bibliotheek, kunstschool en parlement bouwen, voorziet het land van ziekenhuizen en scholen, en laat een modern stadsplan uitwerken voor de hoofdstad met lanen en assen die nog steeds bestaan. Net als de meeste gebouwen.
Uiteindelijk zal Otto Griekenland op 47 jaar opnieuw verlaten op hetzelfde schip als dat waarmee hij gekomen is. De Grieken hebben genoeg van de katholiek en zijn Lutherse vrouw zonder kinderen en plegen een coup terwijl Otto op bezoek is in de Peleponnesos. Frankrijk, Groot Brittannië en Rusland, de grootmachten van toen, zien dat het genoeg is en raden hem aan het land te verlaten. Exit Otto. In de vijf jaar dat hij nog leeft zal Othon nog regelmatig de Griekse nationale klederdracht aantrekken (het kostuum dat de Griekse wachten vandaag nog dragen) en op zijn sterfbed zou hij volgens getuigen “Mijn geliefde Griekenland” zuchten. Tot zover de geschiedenis.
Al wandelend in Athene komen we vandaag constant ‘de resten’ van Otto tegen. Zijn paleis is nu het Griekse parlement, het plein ervoor heet niet meer Paleizenplein maar Grondwetplein (Plateia Syntagmatos). De universiteit bestaat nog en de kunstenschool werd een technische universiteit waar ooit de tanks van de Junta opdraaiden. In een stoffig museum kan je in zijn allereerste woonst zelfs nog letterlijk naar de meubels gaan kijken waar hij ooit op zat. En het park dat zijn vrouw Amalia liet aanleggen zorgt voor koelte in het midden van Athene. Zelfs het Atheense bier Fix heeft zijn oorsprong bij de Duitser: die bracht zijn huisbrouwer Fuchs mee uit Bavaria, die het bier naar zichzelf vernoemde en commercialiseerde.
Maar al dit fraais ten spijt, en de vrolijke geschiedenisles die het oplevert, zitten we ons vooral af te vragen hoe het mogelijk is dat een 17-jarige Duitser ooit koning werd van het land. We lezen de verklaringen: er was chaos na de moord op eerste staatsleider Kapodistrias en de Europese grootmachten wilden maar wat graag deze ‘bakermat van de Europese beschaving’ inlijven. Maar hoe triest is het als je – zonder overleg met welke Griek dan ook – op een conferentie in Londen beslist dat deze zelfbenoemde bakermat een monarchie moet worden en hiervoor vervolgens een Duitse adelijke puber inschakelt. Een puber die op zijn beurt beslist niet vanuit de door de Grieken gekozen hoofdstad te besturen, maar vanuit Athene, gecontroleerd door een parlement waarvan een andere Duitser de eerste minister is en waarin pas 11 jaar later en stevig protest de eerste Griek verschijnt.
Een kwestie van tijdsgeest? Zou kunnen. Al zagen we de afgelopen decennia nog wel eens hetzelfde gedrag: in naam van het glorierijk verleden trad Griekenland toe tot de Europese Unie of werden er Olympische Spelen georganiseerd. Niet altijd met evenveel aandacht voor de Grieken zelf en soms met fikse rekeningen, als een toegeworpen ruiker bloemen met de pot er nog aan. Op wandel door Athene lijkt alvast Otto de Grieken vandaag niet meer te deren. Er is een Grieks parlement, een stel gebouwen die nog steeds functioneren en ondertussen 4 miljoen inwoners in die vlek onder de Acropolis. Zelfs voor pubers is er meer dan plek genoeg.
Commentaires