De Griekse componist Mikis Theodorakis zal begraven worden op Kreta. Dat heeft een rechter beslist. De traditie wil dat Grieken begraven worden op de plek waar hun vader vandaan komt, en in het geval van de componist is dat dus ten westen van Chania op Kreta.
Dat er een rechter aan te pas moest komen heeft veel te maken met andere gegadigden die graag hadden dat de laatste rustplek in hun dorp uitgespit werd. ‘Hier heeft hij gewoond’, ‘Hier stierf hij’, ‘Hier werd hij geboren’. Maar de burgemeester van het dorp van de vader van Theodorakis kon een brief opdiepen waarin de componist aangaf de Griekse traditie te willen volgen. En zo zal geschieden.
Het zou wat zijn hier, als we allemaal in het dorp van onze pa moesten gaan rusten. De kerkhoven van de steden zouden leeglopen en die van de dorpen vol. Zelf zou ik na mijn dood in De Klinge komen te liggen en Vera in Stabroek. De begrafenisondernemers zouden nogal rondrijden. En de rouwenden ook.
In het geval van Theodorakis is dat dorp nog niet zo slecht gekozen. Het ligt op rijafstand van de plek die de man wereldberoemd maakte: het Zorba De Griek-strand waar Anthony Quinn en Alan Bates hun (verzonnen) sirtaki dansten. Vandaag ligt het strand vol met bruinende mensen en is het omringd door restaurantjes, maar Theodorakis-fans zullen op korte tijd beide plekken kunnen aandoen.
Daar stopt het niet. Nog eens anderhalf uur verder rijden, in Heraklion, kunnen de fans het graf van Nikos Kazantzakis bezoeken. Kazantzakis is de schrijver van het boek Zorba De Griek, waarop de film met Quinn en Bates werd gebaseerd. Het graf ligt bovenop een heuvel in de stad en kijkt uit over de zee waar Kazantzakis zo graag en heftig over schreef. Verder ligt er niemand op de heuvel begraven, behalve – in een hoekje – zijn vrouw. Of haar vader ook van Heraklion kwam vertelt de geschiedenis niet.
Ook de huidige premier van Griekenland, Kyriakos Mytsotakis, zal blij zijn met de laatste rustplaats. Zijn vader Konstantinos komt ook van Kreta, van het vlakbij gelegen Chania, en nam Theodorakis ooit op als minister zonder portefeuille in zijn regering.
Eerlijk gezegd is het werk van Theodorakis ons – buiten die dans – weinig bekend. De paar pogingen om het te leren kennen resulteerden in wenkbrauwengefrons. Vaak verhalend, met muziek eerder als ondersteuning dan als boventoon, dat zegt ons weinig meer. Al zou het kunnen dat we net het verkeerde kozen uit de meer dan 1.000 werken die de toondichter ooit schreef.
Het leukst van al is nog het verhaal van de politieman die een liedje van Theodorakis floot tijdens het Grieks kolonelsregime eind jaren ’60 begin jaren ‘70. Verboden muziek op dat moment. Een passant glimlachte ‘Wat vreemd dat u een nummer van Theodorakis fluit’ en werd prompt gearresteerd.
Het klinkt wel vaker door in de (buitenlandse) overlijdensberichten van Theodorakis. De geschiedenis die door zijn leven liep is vandaag interessanter geworden dan zijn muziek. Niet zijn bewerking van de orthodoxe hymne Kassiani wordt herinnerd, maar zijn ontmoeting met Fidel Castro of zijn verbanning naar Ikaria. Wij zijn alvast benieuwd of dat met pakweg Will Tura ook zo zal zijn.
Comments